Om 1 uur vanmiddag na een logeerpartij van een week, brengen
we zoon Joshua van 23 terug naar Breda waar hij al een tijdje op zichzelf woont.
Onderweg kletsen en
lachen we wat af, en voor we het weten zijn we al in de Baroniestad. Maar dan,
net voorbij het NAC stadion tijdens een korte file, stopt de auto er ineens mee
en is niet meer aan de praat te krijgen.
Wat meer dan ongelooflijk is, want hij heeft net zijn grote
beurt gehad en is nog erg jong.
Dit hebben we nog
nooit meegemaakt en Frank raakt dus behoorlijk in de stress, en wij beginnen
wat zenuwachtig te grinniken vanaf de achterbank.
Gelukkig zijn we lid van de ANWB denken we nog naïef en ik
bel ze op via Frank’s mobieltje. Want die van mij ligt weer eens vergeten thuis…
Ze vertellen me dat ze er meteen aan komen maar dat het wel
een uurtje kan gaan duren vanwege de drukte op de wegen.
We staan gelukkig niet op een kruispunt dus rollen we de
auto een stuk in de berm, wat maar moeizaam gaat door de hoge stoep. In de auto
zitten willen we allemaal niet,Joost mag weten waarom want het is nog best koud
buiten. Het zal waarschijnlijk de adrenaline wel zijn van het ongewone
spannende moment. We lachen wat, en drentelen wat en kletsen wat, maar wie er
ook voorbij komt geen wegenwacht.
Maar wel honderden andere auto’s waarvan de inzittenden
allemaal naar ons staren of we eruit zien als randdebielen.
Ik pak daarom maar mijn fototas uit de auto en loop een stuk
verder van het monster vandaan om wat foto’s te maken van het hele tafereel.
Altijd leuk voor later.
Als het uur al een kwartier voorbij is stel ik voor nog maar
eens te bellen.
Maar de ANWB mevrouw die aan de lijn komt, na het keuzemenu
doorgeworsteld te hebben, zegt dat de wegenwacht er over vijf minuutjes zal
zijn.
Dus we wachten maar weer af. Na nog eens tien minuten zeg ik
dat ik wel in de auto ga zitten, en voor de grap erachteraan dat je zult zien
dat ze dan net komen.
En geloof het of niet,
ik zit nauwelijks of Floor onze dochter van 14 klopt op het raam en gebaart dat
ze er zijn.
Als ik dat had geweten, dat het zo werkt dan was ik een uur
en tien minuten geleden al gaan zitten.
Omdat Frank me een half uur geleden heeft verteld dat deze
mensen elektronische meetapparatuur bij zich hebben waar ze alles uit af kunnen
lezen wat er maar fout is met de auto zal het leed nu wel snel geleden zijn,
hoop ik.
Wat in ons geval natuurlijk ijdele hoop blijkt te zijn.
Ik had het kunnen weten…
De beste man geeft ons een hand en kijkt in de motorkap die
met open mond gemeen naar ons staat te grijnzen. Hij vraagt Frank om het
contactsleuteltje om te draaien,en kijkt erg bedenkelijk als hij hoort dat de
motor niet pakt. “Hmmm,dit kan nog wel eens lastig worden, even wachten hoor”,
zegt hij met een bedenkelijke frons tussen zijn wenkbrauwen.
Welja,we wachten nu al zolang dan kan dat beetje er ook nog
wel bij. Waarop hij doodleuk gaat staan plassen tegen een boom. Ik denk meteen “gatver”,want
hij heeft ons net een hand gegeven,en is de hele dag al op pad.
Maar goed, zodra hij klaar is pakt hij een matje uit zijn
auto en gaat naast de auto op de grond liggen.
“Start hem nu nog eens!” Roept hij richting Frank,die hem niet
hoort omdat hij met dichte ramen zit,dus geven we hem even een seintje. Vervolgens
bonkt hij tegen iets onder de auto en de auto start,jippie!
“Yes, hij doet het!”Roept
Joshua in mijn naam.
Maar helaas is onze blijdschap van korte duur, want meteen
valt het onbetrouwbare kreng weer uit.
En dat gebeurt dan ongeveer een keer of vijf achter elkaar.
Kloppen, starten, uitvallen, kloppen, starten, uitvallen…echt
niet te filmen dit.
De man staat op, klopt het matje uit en slaakt een diepe
zucht. “Het is de brandstofpomp. Ik ga even bellen of iemand die op voorraad
heeft al vrees ik het ergste,”zegt hij monter, en duikt vervolgens in zijn eigen
auto.
Wat we dan allemaal tegen elkaar staan te roepen is veel,
maar dat zal ik hier maar niet herhalen.
Waar het op neerkomt, is dat hij zo’n pomp natuurlijk niet
kan vinden maar er groot transport is geregeld om ons en de auto terug naar
huis te brengen,en hij zelf Joshua bij zijn huis zal afzetten. Wat aardig is
vinden wij.
Wegenwacht weer af, en wij wéér wachten.
Na nog een uur bel ik voor de verandering maar weer eens
naar de ANWB waar dat grote transport nu blijft omdat we lichtelijk onderkoeld
dreigen te raken. “Dat kan nog een uurtje duren” beloofd een andere vrouw me
weer. Fijn om te weten.
En dan eindelijk na nog een uur en een kwartier wachten komt
er een grote bergings auto aanhobbelen met flitsende waarschuwingslampen,die samen
met de vrolijke chauffeur ons grijnzende mormel op zijn rug takelt.
Waarna wij half
bevroren en zuchtend van opluchting plaats nemen in de gelukkig warme cabine
van de vrachtauto en naar huis worden getransporteerd.
Wat een luxe….